C4-polymorfisme
ALGEMEEN | |
Omschrijving op aanvraagformulier | C4-polymorfisme |
Aanvraagcode | C019 |
Afkorting | C4-pol |
Aanvraagformulier | Immunodiagnostiek (10) |
TESTEN | Techniek | Normaalwaarden |
C4A antigeen C4B-antigeen C4A-activiteit (functioneel -NH2) C4B-activiteit (functioneel -OH) | ELISA ELISA ELISA ELISA | 35 - 230 mg/l 28 - 220 mg/l 13 - 140 AE/ml 17 - 120 AE/ml |
AFNAME | Hoeveelheid | Temperatuur | |
vers serum, alléén na telefonisch overleg | 2 ml | -18°C |
Verzenden via | Sanquin chauffeur: vervoeren bij -18°C PostNL: koeldoos |
Temperatuurslimiet | ingevroren |
Tijdslimiet | binnen limiet koeldoos |
Materiaalcode | 0SE |
TARIEF | Tariefcode | Cluster | Prijs (€) | Aantal |
C4A C4B Functioneel -NH2 (C4A) Functioneel -OH (C4B) | 1720 1721 1722 1723 | 1720 1721 1722 1723 | 184,24 184,24 184,24 184,24 | 1 1 1 1 |
DESKUNDIGEN | |
Laboratorium | Immunochemie, Tel. 020-512 3248 |
Deskundigen | mw dr Gelderman (IP) K.A., medisch immunoloog, E-mail: Immunopathology@sanquin.nl |
OPMERKINGEN | Bewaartermijn monsters voor aanvullend onderzoek: tot 4 weken na de initiële uitslagbrief Uitleg C4-polymorfisme-onderzoek Het complement eiwit C4 is zeer polymorf en komt in twee isotypen (C4A en C4B) voor. De eiwitten zijn homoloog, maar verschillen in functie. C4A bindt preferentieel aan NH2-groepen en is daardoor voornamelijk betrokken bij het opruimen van immuuncomplexen, terwijl C4B voorkeur heeft voor OH-groepen en meer betrokken is bij de uiteindelijke lysis van bacteriën. C4A en C4B worden door afzonderlijke genen gecodeerd welke in meerdere kopie-aantallen kunnen voorkomen. Meest voorkomend is twee kopieën van zowel C4A als C4B, andere verhoudingen zijn echter ook mogelijk. Er is beschreven dat de C4-serumconcentratie wordt bepaald door het aantal genen (dat in een diploïd genoom kan variëren van 2-6 genen). Er zijn echter ook zogenaamde nul-allelen bekend, waarbij het gen niet tot expressie komt als gevolg van een 2bp (CT) insertie in exon 29. Verder komt in een deel van de C4A- of C4B-genen een retroviraal transposon voor, wat leidt tot zogenaamde lange en korte genen, lange C4-genen lijken minder eiwitexpressie te geven. De meeste mensen hebben zowel C4A als C4B. Partiële of complete deficiënties van zowel C4A als C4B komen echter voor en worden geassocieerd met b.v. immuuncomplexziekten (zoals SLE) en recidiverende bacteriële infecties (C4A deficiëntie en C4B deficiëntie, respectievelijk). Het meten van de totale C4-concentratie is niet geschikt om afwijkingen en partiële deficiënties van C4 vast te stellen. Het C4-polymorfisme-onderzoek omvat zowel eiwitbepalingen als ook DNA-onderzoek. De combinatie van deze technieken maakt het mogelijk om de belangrijkste afwijkingen en deficiënties van C4 op te kunnen sporen. Het onderzoek wordt trapsgewijs uitgevoerd. Patiëntenserum wordt eerst getest met behulp van. C4A en C4B specifieke ELISA’s. Met een functionele C4-assay wordt bepaald of het aanwezige C4A en C4B actief is. Indien de uitslagen afwijkend zijn (partiële deficiëntie van C4A of C4B) kan na telefonisch overleg met de aanvrager genetisch onderzoek worden uitgevoerd. Het C4- genotype wordt bepaald met behulp van MLPA (multiplex ligation-dependent probe amplification). Deze techniek maakt het mogelijk om het aantal C4-genen te bepalen en partiële en totale genetische deficiënties aan te tonen. Bovendien kan met deze techniek bepaald worden welke C4-isotypes de donor heeft, of er een silencing CT-insertie voorkomt in exon 29 en of het virale transposon aanwezig is. |
INDICATIE ONDERZOEK | Complementdeficiënties Gegeneraliseerde lupus erythematosis (SLE) SLE Recidiverende bacteriële infecties |
laatste wijziging: 1 augustus 2023